Trainen voor spiermassa wordt aangeduid met de term hypertrofie. De bodybuilding methode lijkt hiervoor ideaal. In dit artikel worden wetenschappelijke inzichten over hypertrofie, fysiologie en krachttraining samengevat. Tevens kun je lezen waarom hypertrofietraining vaak niet goed aansluit bij sportspecifieke doelen waarbij coördinatie een grote rol speelt.
Myofibrillaire hypertrofie
Voldoende spiermassa is belangrijk voor een goede gezondheid en kan tevens cosmetische redenen hebben. Bij bodybuilding staat myofibrillaire hypertrofie centraal, waarbij krachttraining de aanleiding is voor kleine beschadigingen in de spier. Hypertrofie kan worden verklaard door een vergroting van het aantal myofibrillen die vervolgens crossbridges en parallel geschakelde sarcomeren vormen.
Mechanische arbeid
Door mechanische spierarbeid neemt het aantal myofibrillen toe en daarom zijn grote bewegingsuitslagen belangrijk bij hypertrofietraining. Concentrische spierarbeid vereist meer energie dan het produceren van kracht. Hoe meer energie hiervoor nodig is, hoe minder energie beschikbaar is voor eiwitsynthese. Om toekomstige tekorten tegen te gaan, zal je lichaam in de herstelfase extra myofibrillen aanmaken.
Mechanische spanning
Vaak zijn het excentrische oefeningen die microschade veroorzaken in sarcomeren en prikkels geven om te groeien. Herhaalt rekken van een geïsoleerde spier laat een toename van prostaglandinen zien en is tevens een stimulus voor afgifte van enzymen. Deze zorgen zowel via de celkern als via de ribosomen voor een versnelde eiwitsynthese. Bij mechanische stress kunnen fibroblasten in het bindweefsel groeifactoren produceren.
Metabole factoren
Bij metabole stress kun je denken aan toename van waterstofionen, ADP, ammoniak en afname van inosine. De spierpomp tijdens een training is hier onderdeel van. Pas in de laatste fase van een zware inspanning treden hoge lactaatwaarden op. Als het lactaat niet wordt teruggevormd, blijven waterstofionen en lactaat over die een pijnlijke acidose in de spier veroorzaakt.
Overload
Spiertrainingen met weinig herhalingen en veel weerstand leiden voornamelijk tot hypertrofie in fast twitch type-II vezels. Vooral de oxidatieve variant laat bij submaximale weerstand de meeste spiergroei zien. Hypertrofie is moeilijker te bereiken in slow twitch type-I vezels die minder snel vermoeid raken. Nadat alle fast twitch vezels zijn uitgeput, kun je slow twitch vezels rekruteren door herhalingen te doen met minder weerstand.
Herhaling en pauze
Krachttraining met de juiste submaximale belasting leidt tot de meeste hoeveelheid uitgeputte spiervezels. Bij maximale belasting worden alleen de grootste gerekruteerde spiervezels uitgeput. Ideaal zijn 6 - 12 herhalingen en gemiddeld twee minuten rust tussen sets. Je kunt echter ook hypertrofie bereiken met minder dan 6 herhalingen en drie minuten rust of meer dan 12 herhalingen met minder rust en trainen tot failure.
Genetisch mechanisme
Na de krachttraining is een genetisch regelmechanisme verantwoordelijk voor de aanmaak van interleukines. Naar mate je ouder wordt, daalt daarbij de hoeveelheid serum response factor (srf) in spierweefsel die het opbouwen van spiermassa moeilijker maakt. Het afnemen van type-II spiervezels speelt tevens een rol. Er zijn aanwijzingen dat srf de eerste schakel is in de keten die hypertrofie stimuleert door krachttraining.
Hormonen
Veel onderzoeken laten zien dat er na een krachttraining maar weinig verandering is in de hormoonrespons. Deze is ongeveer twee keer hoger dan normaal. Er is pas een hypertrofie effect te verwachten vanaf zes keer boven normaal wat alleen met anabolen mogelijk is. Verder lijkt spierschade slechts beperkt bij te dragen aan spiermassa, omdat het lichaam zich al snel wapent tegen schade door excentrische contractie (repeated bout effect).
Sportspecifiek
Het trainen van complexe bewegingen lukt moeilijk met oefeningen voor geïsoleerde spiergroepen. Tevens hebben relatief eenvoudige bewegingen weinig waarde in sporten waar coördinatie en neurale adaptaties belangrijk zijn. Voor hypertrofie zijn controle en spieruitputting van groter belang dan een optimale transfer van complexe motorische patronen naar de doelbeweging.
Conclusie
Hypertrofie wordt vooral veroorzaakt door mechanische spanning, metabole stress, aanleg en in mindere mate spierschade. Het belangrijkste voor meer spiermassa is het excentrische deel van de beweging. Bij spiergroei spelen hormonen een kleine rol, tenzij je anabolen gebruikt. Hypertrofie training gaat meestal niet goed samen met complexe sportspecifieke bewegingen. Begin daarom altijd met het stellen van heldere doelen.
Bronnen
- Science and development of muscle hypertrophy - Brad Schoenfeld.
-Schoenfeld BJ. Is there a minimum intensity threshold for resistance training-induced hypertrophic adaptations? Sports Med. 2013.
-Guerci A, Lahoute C, Hébrard S, Collard L, Graindorge D, Favier M, Cagnard N, Batonnet-Pichon S, Précigout G, Garcia L, Tuil D, Daegelen D, Sotiropoulos A. Srf-dependent paracrine signals produced by myofibers control satellite cell-mediated skeletal muscle hypertrophy. Cell Metab. 2012.
-West, D. W. D. & Phillips, S. M. Associations of exercise-induced hormone profiles and gains in strength and hypertrophy in a large cohort after weight training. Europe Journal of Applied Physiology. 2012.
-Barnett MJ, Tenerowicz MJ, Perry PJ. The Anabolic 500 survey: characteristics of male users versus nonusers of anabolic-androgenic steroids for strength training. Pharmacotherapy. 2011.
-West DW, Burd NA, Tang JE, e.a. Elevations in ostensibly anabolic hormones with resistance exercise enhance neither training-induced muscle hypertrophy nor strength of the elbow flexors. J Appl Physiol. 2010.
-Schoenfeld BJ. The mechanisms of muscle hypertrophy and their application to resistance training. J Strength Cond Res. 2010.
-Kraemer WJ, Ratamess NA. Hormonal responses and adaptations to resistance exercise and training. Sports Med. 2005.
-Hansen S, Kvorning T, Kjaer M, Sjøgaard G. The effect of short-term strength training on human skeletal muscle: the importance of physiologically elevated hormone levels. Scand J Med Sci Sports. 2001.
-Andersen J.L., Aagaard, P. Myosine heavy chain II X overshoot in human skeletal muscle, Muscle and Nerve, 2000.
-Milar, I.D., et al Mammary protein synthesis is acutely regulated by the cellular hydration state. Biochem. Bio-phys. Res. Commun. 1997.
-Haussinger, D, et al. Cellular hydration state: an important determinant of protein catabolism in health and discease.Lancet. 1993.
Kvk-nummer 57561397 | jeFitcoach Functional Training | Triodos NL57 TRIO 0197 6235 14