Meestal zijn mechanische overbelasting of chronische schade de oorzaak van peesklachten of tendinopathie. Daarbij kunnen langzaam beschadigingen in het peesweefsel ontstaan die begint met pijn in de aanhechtingen van je spier. Pezen missen de bloedtoevoer die spieren wel hebben. Dit artikel bespreekt het belang van bewegen met de juiste belasting om tendinopathie te voorkomen.
Collageen
Pezen vormen het verbindende weefsel tussen spieren en botten, waarbij vooral het collageenweefsel de sterkte van een pees bepaalt. Gezond peesweefsel bestaat grotendeels uit tenocyten in een extracellulaire matrix met collageenvezels. Door belasting van pezen stijgt de doorbloeding, waardoor de hoeveelheid prostaglandinen toeneemt die de aanmaak van collageen bevordert.
Belastbaarheid
Belasting resulteert in het vrijkomen van groeifactoren en synthese van collageen. Onvoldoende rust tussen trainingen kan leiden tot cumulatieve afbraak van collageen, waardoor sneller overbelasting van het peesweefsel ontstaat. Naast de trekbelasting is de belasting door compressie een belangrijke factor van de totale belastbaarheid op pezen. In het begin ontstaan er alleen zeurende klachten na een training. Later kunnen daar ook ochtendstijfheid en aanhoudende pijn bijkomen.
Blessures
Achillespeesblessures komen voor in sporten waarin hardlopen en hoge trek- en rekkrachten optreden. Wanneer deze klachten chronisch worden, kunnen langdurige problemen en een aangepast activiteitenpatroon ontstaan. De kans op acuut peesletsel neemt toe bij mensen die ineens weer beginnen met sporten na jarenlang niet te hebben getraind. De klachten van tendinopathie zijn progressief en kenmerken zich door beschadigd of geïrriteerd weefsel.
Risicofactoren
Om peesklachten te voorkomen, is een vermindering van relevante intrinsieke risicofactoren gewenst. Je kunt denken aan biomechanische invloeden, instabiliteit, slechte motoriek, strakke spieren, leeftijd, overgewicht, adhesies, reuma, diabetes, verhoogd cholesterol, medicijngebruik, stress en voeding. Voorbeelden van extrinsieke risicofactoren zijn: onvoldoende warming-up, te snelle trainingsopbouw, verkeerde techniek en soort ondergrond.
Herstel
Hersteltraining is een effectieve manier om peesaandoeningen te voorkomen. Je kunt bijvoorbeeld om de zes weken één herstelweek inlassen, waarbij je traint met vijftig procent van het gewicht dat je gewend bent. Deze fase geeft je spieren, gewrichten en pezen voldoende tijd om te herstellen, terwijl je toch (rustig) door kunt trainen.
Correctie
Bij bestaand letsel is het belangrijk om de oorzaak te achterhalen: komt dit door foutieve beweegpatronen, een verkeerde houding of overmatige spierspanning? Op basis van een grondige beweeganalyse kan een biomechanische correctie uitkomst bieden, waardoor met specifieke oefeningen de houding, spierspanning en coördinatie worden gecorrigeerd.
Revalidatie
Herstel van peesklachten begint meestal met het verminderen van de pijn door onder andere isometrische oefeningen en functionele spiertraining. De compressie moet rustig worden opgebouwd, zodat uiteindelijk een volledige bewegingsuitslag zonder klachten mogelijk is. Een voorbeeld is het herstel van een proximale hamstringtendinopathie waar eerst de heupflexie wordt geminimaliseerd om compressie op het tuber ischiadicum te voorkomen. De voorkeur tussen rust en relatieve rust verschilt per individu.
Excentrisch belasten
Het concept van excentrisch bewegen is gebaseerd op het verhogen van de belastbaarheid en treksterkte van de pees. Uit onderzoek blijkt dat de bewegingssnelheid en totale belasting bij peesklachten belangrijker zijn dan de excentrische of concentrische contractie. Om kracht op te bouwen is het advies om langzaam en zwaar te trainen met ongeveer zes tot vijftien herhalingen.
Conclusie
Trainen met de juiste belasting vormt de basis om pezen te versterken, waarbij geen plotselinge veranderingen dienen op te treden qua intensiteit en frequentie. Functionele krachttraining heeft een positief effect op het voorkomen en bestrijden van tendinopathie. Om je lichaam optimaal gestalte te geven, dienen beweegpatronen en ketenstabiliteit zorgvuldig in kaart te worden gebracht.
Bronnen
-Stasinopoulos D, Malliaras P. Is the heavy slow resistance program effective for all patients with tendinopathy and effective for all its sites? J Sports Med Phys Fitness. 2016.
-Goom TS, and others. Proximal Hamstring Tendinopathy: Clinical Aspects of Assessment and Management. J Orthop Sports Phys Ther. 2016.
-Ranger TA, and others. Is there an association between tendinopathy and diabetes mellitus? A systematic review with meta-analysis. Br J Sports Med. 2016.
-Beyer R, and others. Heavy Slow Resistance Versus Eccentric Training as Treatment for Achilles Tendinopathy: A Randomized Controlled Trial. Am J Sports Med. 2015.
-Malliaras P, and others. Patellar Tendinopathy: Clinical Diagnosis, Load Management, and Advice for Challenging Case Presentations. J Orthop Sports Phys Ther. 2015.
-Kjaer M, Heinemeier KM. Eccentric exercise: acute and chronic effects on healthy and diseased tendons. J Appl Physiol (1985). 2014.
-Docking S, and others. Relationship between compressive loading and ECM changes in tendons. Muscles Ligaments Tendons J. 2013.
-Malliaras P, and others. Achilles and patellar tendinopathy loading programmes : a systematic review comparing clinical outcomes and identifying potential mechanisms for effectiveness. Sports Med. 2013.
-Frost D, and others. The relationship between general measures of fitness, passive range of motion and whole-body movement quality. Ergonomics. 2013.
-Scott A, and others. Sports and exercise-related tendinopathies: a review of selected topical issues by participants of the second International Scientific Tendinopathy Symposium (ISTS) Vancouver. Br J Sports Med. 2013.
-Kongsgaard M, and others. Fibril morphology and tendon mechanical properties in patellar tendinopathy: effects of heavy slow resistance training. Am J Sports Med. 2010.
-Oefentherapie bij peesaandoeningen - N. Mahieu.
Kvk-nummer 57561397 | jeFitcoach Functional Training | Triodos NL57 TRIO 0197 6235 14