Gelukkig van chocola

Word je happy van chocola en waarom kunnen veel mensen dit verleidelijke snoepgoed zo moeilijk weerstaan? In dit artikel kun je lezen wat de wetenschap zegt over deze aantrekkelijke versnapering.

Ingrediënten

Chocolade bestaat uit suiker, cacaomassa en cacaoboter. De cacaoboter is het vet van de cacaonoot. Deze noot kan worden opgesplitst in cacaoboter en mager cacaopoeder waar chocolademelk van wordt gemaakt. Hoe meer cacaomassa, hoe bitterder de chocola. Pure chocola bestaat nog steeds voor ongeveer de helft uit suiker. Chocolade is een beschermde naam als het gaat om repen, tabletten en hagelslag. De naam verandert in cacaofantasie als er te weinig cacao in het product zit.

Gelukkig door chocola

Cacaoboter is lekker. Dat komt omdat het smelt in je mond en een verkoelend gevoel geeft. Er zitten stoffen in die verwant zijn aan cannabis, amfetamine en cafeïne. Deze zetten de hersenen aan tot de productie van zogenaamde endorfines die medeverantwoordelijk zijn voor het ontstaan van een geluksgevoel of euforie. De stof die dat zou moeten veroorzaken heet phenylethylamine. Dit goedje komt slechts in zeer kleine hoeveelheden voor in chocola. Op weg naar de hersenen wordt phenylethylamine bijna geheel afgebroken. Je zou dagelijks vele kilo’s chocolade moeten eten om enig gelukseffect te ervaren van de gemaakte endorfines.

Opwekkende werking

Bekende stoffen in chocola zijn cafeïne en theobromine. Deze hebben een opwekkende werking. De moleculen verschillen slechts één methylgroep van elkaar. Cafeïne is een stimulerende stof die invloed heeft op de energielevering in de cel door ATP. Om te voorkomen dat ATP te snel reageert, is er een stof die de activiteit van ATP remt. Cafeïne stelt die remmende stof buiten werking, zodat de cel gemakkelijker over de energievoorraad kan beschikken. Het geeft je schijnbaar energie. Het is chemisch dus te verklaren waarom sommige mensen pas op gang komen na een paar koppen koffie. In een kop chocolademelk zit minder cafeïne en relatief veel theobromine. Deze bittermakende stof werkt zwakker dan cafeïne. Je moet er tevens vaak van plassen.

Goed voor hart en bloedvaten

Er zijn sterke aanwijzingen dat polyfenolen een gunstige uitwerking hebben op hart en bloedvaten. Hiervoor heb je vier gram cacao per dag nodig. Je krijgt dit binnen door dagelijks 10 gram pure chocola of 13 gram melkchocola te eten. Het is bewezen dat chocola je bloeddruk kan verlagen en de kans op een beroerte laat afnemen. Dat betekent niet dat het gezond is om elke dag drie repen op te peuzelen, want chocola bevat veel suiker en verzadigd vet.

Depressiviteit

Onderzoek laat zien dat depressieve mensen gemiddeld meer chocola eten. Het is niet uitgesloten dat chocola juist depressies veroorzaakt. Het is ook mogelijk dat mensen de lekkernij gebruiken als vorm van zelftherapie om hun stemming te verbeteren. Meer onderzoek is nodig om te achterhalen of chocola in het geval van depressie, oorzaak of geneesmiddel is.

Puistjes

Jeugdpuistjesonderzoekers hebben de afgelopen jaren tevergeefs naar verbanden gezocht. Wel staat vast dat chocola veel calorieën bevat. De glykemische index of GI is een maat voor het effect van koolhydraten op de bloedsuikerspiegel. Hoe meer voeding je binnenkrijgt met een hoge GI, hoe groter de afgifte van insuline en daarmee de kans op acne.

Conclusie

De kick van chocolade zit vermoedelijk in de combinatie van zoet en romig. Daar kun je even gelukkig van worden. De cafeïne in chocola heeft net als koffie een opwekkend effect. Dagelijks een paar blokjes chocolade, is gezond voor het hart en je bloeddruk. Het is anders als het eten van chocola een hardnekkige gewoonte wordt. De overvloedige calorieën worden dan gemakkelijk opgeslagen als lichaamsvet. Hierdoor komt het geluksgevoel in een minder gezond daglicht te staan.